Het is een ware trend in de wereld van mobiliteitshulpmiddelen: ze krijgen steeds meer invloeden uit de auto-industrie. Had bijvoorbeeld een scootmobiel vroeger alleen bediening voor snelheid verhogen, remmen en sturen, zijn er vandaag complete dashboards in een soort mini-auto te vinden. Die mini-auto’s nemen in razend tempo toe. Maar is er dan nog wel plaats op de markt voor de klassieke scootmobiel? Dat vragen we aan scootmobiel expert Daan Tuimelaar.
Een scootmobiel is meer dan techniek
Om maar met de deur in huis te vallen: ja, er is nog altijd ruimte voor de klassieke scootmobiel. Daar is Tuimelaar van overtuigd. Volgens hem is een hulpvoertuig veel meer dan alleen techniek. Mensen moeten zich er vertrouwd mee voelen: “Het gaat allemaal om behoefte, gewenning en regelgeving. Sommige mensen willen gewoon geen mini-auto. Ze willen een scootmobiel met 4 wielen die ze ook binnen in een appartement kunnen neerzetten.”
Tuimelaar erkent dat persoonlijke mobiliteit de afgelopen jaren drastisch is veranderd. Waar mobiliteitshulpmiddelen eerst vooral functioneel en noodzakelijk waren, zijn ze nu een onderdeel van het dagelijks leven: “De klassieke scootmobiel was natuurlijk niet echt een plaatje om te zien. Maar hij is wel erg handig in dagelijks gebruik. Dat weten fabrikanten ook, dus die proberen wel om het hulpmiddel er wat moderner uit te laten zien. De concurrentie met lichte elektrische voertuigen is vandaag de dag groot.”
Stabiel en betrouwbaar
Volgens de scootmobielexpert heeft het traditionele model haar strepen wel verdiend: gebruikers waarderen vooral de stabiliteit en betrouwbaarheid: “Gebruikers die langdurig of dagelijks afhankelijk zijn van hun voertuig, kiezen graag voor iets wat ze kennen. Iets dat zich in de praktijk al bewezen heeft. Dus nee, de markt voor gewone scootmobielen verdwijnt zeker niet. Ook niet met nieuwe alternatieven.”
In de praktijk ziet Tuimelaar wel dat fabrikanten grote wijzingen doorbrengen. Ten goede, want voertuigen worden steeds stabieler. Hij ziet dat hulpbehoevenden zich daardoor een stuk meer vertrouwd en veiliger voelen als ze voor het eerst gebruikmaken van een hulpmiddel. De klassieke vorm groeit dan ook wel degelijk mee met de tijd. Het speelt beter in op wat gebruikers nu verwachten.
Altijd de gebruiker voorop
Die ontwikkeling hangt nauw samen met hoe gebruikers de hulpmiddelen ervaren. Tuimelaar benadrukt dat innovatie leuk is, maar dat de gebruiker altijd voorop moet staan. Die bepaalt het tempo van verandering. De zitpositie, de bediening en de herkenbare vorm van de traditionele variant zorgen ervoor dat het vertrouwd voelt om in een scootmobiel te rijden: “Zeker voor ouderen is dat ontzettend belangrijk voor hun gevoel van veiligheid. Er komt ook emotie bij kijken. Mensen willen zeker weten dat de scootmobiel veilig en stevig is.”
Dat mini-auto’s nu de markt lijken over te nemen, is volgens Tuimelaar niet goed of fout. Het ligt volgens hem echt geheel aan de wensen van de gebruiker. Sommige mensen willen hun voertuig binnen kunnen zetten en af en toe naar de supermarkt of vrienden kunnen gaan, anderen hebben er een parkeerplek voor en maken graag lange ritten.
De regelgeving verandert
Overheden veranderen de regels rondom mobiliteitsvoertuigen. Ze voeren steeds vaker beleid dat meer gericht is op duurzaamheid en veiligheid. Dat raakt ook de scootmobielen markt. Zo maken sommige steden stoepen smaller of worden meer obstakels toegevoegd om voetgangers te beschermen. Een kleiner voertuig is dan handiger dan een mini-auto. Daarom blijft de klassieke scootmobiel nog wel een tijdje populair, denkt Tuimelaar.
Gemeenten kijken nu ook strenger naar het toewijzen van een scootmobiel. Daardoor zijn hulpbehoevenden nu vaker genoodzaakt om zelf een voertuig te kopen. Dat gebeurt veel tweedehands, maar Tuimelaar ziet ook in de scootmobiel winkel waar hij werkt, dat er meer toeloop is. Daardoor blijft de markt in beweging.
Concurrentie van nieuwe technologie
Het valt niet te ontkennen dat de scootmobiel markt wel is veranderd. Elektrische mini-auto’s, compacte e-scooters en zelfs zelfbalancerende voertuigen zorgen voor concurrentie. Deze alternatieven zijn soms sneller, compacter en hebben een modern imago. Dat zal vooral de jongere gebruiker aanspreken.
Deze alternatieven zijn niet voor iedereen geschikt. Ze vereisen meer balans, technische bediening en verkeersinzicht. Volgens Tuimelaar blijft comfort, stabiliteit of eenvoud voor veel mensen het belangrijkst, en daar is het klassieke exemplaar nog altijd onovertroffen.
Geen revolutie maar evolutie
De klassieke scootmobiel zal nog lang niet van de markt verdwijnen. Tuimelaar vindt dan ook dat we naar de nieuwere voertuigen moeten kijken als evolutie, en niet als revolutie. Volgens hem zijn sommige alternatieven meer gadgets dan echte hulpmiddelen. Voor gewone scootmobielen geldt dat het ontwerp herkenbaar blijft, maar techniek en comfort verbeteren langzaam door. Als voorbeeld geeft hij accu’s die lichter en duurzamer worden en besturingssystemen die intuïtiever worden.
Fabrikanten besteden ook meer aandacht aan het uiterlijk. Daardoor lijkt het voertuig minder ‘hulpmiddel’ en meer een persoonlijke mobiliteitskeuze. En daarmee blijft het traditionele model aantrekkelijk voor zowel de huidige als nieuwe gebruikersgroepen.
